Aortaklepstenose

Aortaklepstenose = aortaklepvernauwing

Wat ?

Bij aortaklepstenose is de klep tussen de linker­kamer en lichaamsslagader (aorta) verdikt of vergroeid. Vaak bestaat ze slechts uit 2 in plaats van 3 klepblaadjes (bicuspide klep). De klep opent onvoldoende om het bloed naar het lichaam te doen stromen. Hierdoor moet de linkerkamer meer druk uitoefenen om het bloed toch door die vernauwde klepopening te stuwen. De continu verhoogde druk veroorzaakt een verdikking van de hartspier (vergelijkbaar met atleten die voortdurend grote inspanningen leveren). Uiteindelijk geeft dit op lange termijn vermoeidheid en aftakeling van de hartspier.

Bij een milde vernauwing hebben kinderen met deze afwijking nauwelijks klachten. Er is bijna altijd een hartgeruis dat uiteindelijk tot verder onderzoek zal leiden. Bij een ernstige vernauwing is er wel kortademigheid. Er zijn vaak klachten van hartkloppingen, pijn op de borstkas bij inspanning en flauwvallen.

Diagnose

De diagnose wordt verkregen door echocardiografie. Deze brengt de verdikte klep in beeld. Doppler-technieken laten ons toe het drukverschil over de klep te meten. Bij de verdere opvolging wordt regelmatig een inspanningstest uitgevoerd om problemen met de hartdoorbloeding op te sporen. 

Behandeling

Een behandeling wordt ingesteld vanaf een drukverschil van 50 mm Hg of indien er klachten zijn die toegeschreven kunnen worden aan de klepverdikking. Vaak kan een behandeling bestaan uit hartkatheterisatie met ballondilatatie. Deze wordt uitgevoerd onder algehele anesthesie. Het risico van de ingreep is relatief laag en er zijn weinig complicaties. Alleen bij pasgeborenen is de ingreep iets delicater. De resultaten zijn behoorlijk doch er kan opnieuw stenose ontstaan die een tweede of derde dilatatie nodig maken. 

Bij onvoldoende resultaat of bij het ontstaan van belangrijke insufficiëntie (lek) is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk. Er zijn verschillende technieken mogelijk, afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de ernst van de aandoening. Soms volstaat het om de klep chirurgisch te openen (commisurotomie) maar in vele gevallen is vervanging noodzakelijk. 

Meestal wordt hiervoor een Ross-operatie uitgevoerd, waarbij de eigen pulmonalisklep als aortaklep wordt gebruikt.

Opvolging

Bij aortaklepstenose is voorzichtigheid geboden bij het uitoefenen van sport. Competitiesport is uitgesloten.

Tijdens de zwangerschap kunnen er problemen optreden. Het is dus belangrijk de aortastenose te behandelen vooraleer aan een zwangerschap te beginnen. Indien er een mechanische klep is ingeplant, is antistollingstherapie noodzakelijk. Deze kan echter belangrijke aangeboren afwijkingen geven bij de foetus en wordt daarom voor de conceptie gestopt. Bij het overschakelen naar een andere, minder toxische therapie is het nodig de gevaren en de voordelen nauwkeurig tegen elkaar af te wegen.